De eerste decennia

Het jaar 1905 is zeer bijzonder voor de KOOS door het aanvaarden van het Beschermheerschap door Z.K.H. Prins Hendrik, Hertog van Mecklenburg. Enkele maanden later op 29 november beschikt Hare Majesteit de Koningin over het toekennen van het predikaat ‘Koninklijke’ aan de OOSB. De Koninklijke Onderofficiers Schermbond voelt zich nu eindelijk volwassen. Een zinderend Lustrum-Wapenfeest in dat jaar, waarbij Hare Majesteit de Koningin en Prins Hendrik gasten zijn, wordt in de landelijke pers lyrisch beschreven als ‘luisterrijk en niet te overtreffen’.

In 1907 bestaat de KOS 10 jaar. In dit jubileumjaar wordt voor het eerst een internationaal toernooi gehouden met een internationale jury. Deelnemers zijn België, Zweden, Frankrijk, Oostenrijk, Italië en Servië. De Prins der Nederlanden stelt een zilveren beker ter beschikking voor de kampioen sabelschermer van de KOS. De eerste winnaar is A.E.W. de Jong.

In 1913 verschijnt het Jaarboekje en programma van het 15e Wapenfeest, gehouden in het Zoölogisch-Botanisch Genootschap in Den Haag, met hierin opgenomen de geschiedschrijving van de KOS over de eerste 15 jaar. Een passage hieruit: ‘En thans de kroon op het werk: de Olympische feesten te Stockholm; nog versch liggen de schitterende sportfeesten en gastvrije ontvangst ons in het geheugen. Van den Bond werden uitgekozen om onze kleuren daar hoog te houden de navolgende leden: J. Doorman, A.E.W. de Jong, W.P Hupert van Blijenburg, A.C. Perk, G. van Rossum, H. de Iongh en Jr. J.H. de Beaufort, met het resultaat, dat onze nationale kleuren tot tweemaal prijkten aan de hooge masten in het stadium voor een derde prijs op den degen en een derde prijs op den sabel; voorwaar een prachtsucces, nog door geen land behaald’.

In die jaren schermen de bestuursleden in de KOS niet mee, als gevolg van een interne verbodsregel waarvan ontheffing wordt verleend als zij dor hun commandant tot deelnemen worden verplicht. Stelt u zich voor, tegenwoordig mogen we blij zijn als de dienst het deelnemen mogelijk maakt.

De oorlog 1914-1918 en de daarbij ingestelde mobilisatie van de Nederlandse Strijdkrachten maken het ongewenst grote sport- of andere manifestaties van feestelijke aard te organiseren. Uitgebreide verplaatsingen zijn aan de orde van de dag, waardoor het in de garnizoensplaatsen lastig wordt om evenementen te organiseren, of zelfs trainingen.

Het jaar 1921 brengt het 20-jarig bestaan van de KOS, waarbij het bestuur moet beslissen om, gezien de massale deelname, een aantal wedstrijden al in de zomer van 1920 laten schermen. Een unieke maatregel, die waarschijnlijk later nooit meer is voorgekomen. De penningmeester zal grijze haren hebben gekregen, want de kas is er zo aan toe, dat in 1922 het Wapenfeest zonder de gebruikelijke feestelijkheden moet worden gehouden, voor het eerst in 20 jaar.

Pas in 1922 verschijnt het volgende Programma van een Wapenfeest van de KOS.  Tijdens dit Wapenfeest zal het 25-jarig Jubileum van de KOS worden gevierd en wel in het Paviljoen van het ‘Wandelhoofd’ te Scheveningen. Voorwaar een bijzondere plaats voor een dergelijke festiviteit. Behalve nationale schermwedstrijden zullen er ook de Europesche Militaire Kampioenschappen worden gehouden met in totaal zo’n 80 deelnemers op degen en een vijftigtal op sabel. Floret komt niet in het programma voor. A.E.W. de Jong wordt Europees kampioen op sabel.

In 1924 zijn er in Parijs de Olympische Spelen. Een Nederlandse équipe bestaande uit de KOS-leden A.E.W. de Jong, J. van der Wiel, W. Daniëls, J. Doorman, C.W. Ekkart en M.H. van Dulm behalen hier een bronzen medaille op sabel.

In dit jaar ook verschijnt er een oproep aan de leden in het Programma van het 18e Wapenfeest van de KOS, om zich toch vooral te abonneren op het KOS-orgaan ‘D Schermer’. Kennelijk was het periodiek ‘De Schermsport’ als gemeenschappelijk orgaan van KOS en KOOS ter ziele gegaan.

Dat het fungeren als jurypresident ook in die tijd een vermoeiende bezigheid is, illustreert een instructie voor de TC van de KOOS, die luidt: ‘dat deze erop moet toezien dat de jurypresident niet zittend op een stoel de partijen volgt, maar met de schermers meeloopt’.

Een groots festijn is weer de viering van het 25-jarig bestaan van de KOOS. Driehonderd KOOS-leden nemen er aan deel en het Wapenfeest begint met een defilé voor H.M. Koningin Wilhelmina en Z.K.H. Prins Hendrik voor het Koninklijk Paleis op het Noordeinde.

1928 is weer een gedenkwaardig jaar. Stafmuzikant A. Kriek componeert de ‘Koninklijke Onderofficiers Schermbond mars’ en de Koninklijke Marechaussee neemt voor het eerst deel aan de Korps-wedstrijden.