De ontwikkelingen in de Nederlandse schermwereld in de 60-er jaren zijn niet hoopgevend voor de toekomst. Er wordt wel veel en enthousiast geschermd en gelest in vele verenigingen, maar een goede centrale organisatie voor het groeperen van topschermers en het opleiden van schermleraren is er niet. Dit wordt toch als één der voorwaarden gezien voor uitzendingen naar internationale toernooien en vooral van het daar behalen van successen, waardoor de sport weer meer bekendheid en aanhang moet krijgen. Ook de militaire schermsector voelt dit gemis en dit leidt er wellicht toe dat in een herstructureringscommissie van de KNAS de KOS en de KOOS zijn vertegenwoordigd en er ook een belangrijke rol in spelen. Het KNAS-lidmaatschap van KOS-leden komt in die tijd ook weer aan de orde, terwijl het komen tot één periodiek voor het nationale schermgebeuren ook weer een discussie vormt.
De KOS organiseert voor het eerst in 1960 de SaDe-combi wedstrijden, waaraan équipes kunnen deelnemen van alle schermverenigingen in Nederland op invitatie. Een équipe bestaat uit een sabreur en een épeïst. De SaDe-combi blijft vele jaren een belangrijke wedstrijd op de KNAS-kalender. Initiatieven als deze wijzen op pogingen om de binding tussen de militaire en burger schermsector te verstevigen tot beider voordeel.
Op nationaal niveau kunnen KOS en KOOS af en toe nog wel succes boeken, getuige de plaatsen die behaald worden door enkele topschermers zoals J. Sauerbier Couvée, F.O. van Kregten, M.J. Wilmink, L. van Tiggele, J.H.C. Mosmüller en G. van Asselt, maar de doorstoot naar internationaal succes blijkt niet haalbaar. Dit had niet alleen als oorzaak een gebrek aan enthousiasme bij onze topschermers, maar wel het ontbreken van mogelijkheden om hen voldoende gelegenheid te geven en toptrainingen aan te bieden, hetgeen in de ons omringende, maar zeker in de Oostbloklanden op dat moment wel gebeurt.
KOOS- en KOS schermers ontmoeten elkaar regelmatig op allerlei wedstrijden, maar toch is er pas in 1965 voor het eerst een officiële équipe ontmoeting op floret, sabel en degen tussen de beide bonden. De KOS wint sabel en floret en de KOOS degen. De contacten met de burgerschermers zijn er ook en vooral tussen de ouderen. In april 1965 is er voor het eerst een bijeenkomst van de “Veteranen Vriendenclub”, een club van schermvrienden van 45 jaar en ouder, die eens per jaar bijeenkwamen om te schermen en na afloop een drankje te drinken en te eten. Eén der initiatiefnemers is de bij velen nog bekende Ad Vermolen. Zeer populair bij de schermers van de luchtmacht zijn de jaarlijkse ontmoetingen met hun Franse schermconfraters van het luchtwapen uit Salon de Provence. De ontmoeting wordt beurtelings in Nederland en Frankrijk gehouden. In november 1966 is de ontmoetingsplaats Le Bourget. De winnende équipe was de Nederlandse. Maar het ging niet alleen om de knikkers, na afloop was er immer een gezellig samenzijn. Op de foto de Nederlandse groep van dat jaar.
De voortschrijdende techniek laat ook de schermwereld niet onberoerd. Proeven met elektrisch degenschermen zijn genomen en succesvol; 1967 is het jaar waarin de KOOS haar leden peilt of ze bereid zijn om, nadat degen elektrisch is ingevoerd, nu ook het floretschermen elektrisch te gaan doen. De peiling valt gunstig uit, dus blijkbaar is het aanschaffen van elektrisch materiaal geen onoverkomelijk bezwaar.
Ook de KNAS is middels een zgn. ‘Herstructureringscommissie’, waar het KOS-lid J.H van de Wall voorzitter van is, actief in het zoeken naar nieuwe vormen en structuren voor schermend Nederland. Het eindrapport wordt op 11 november 1972 in een algemene ledenvergadering gepresenteerd en gunstig ontvangen. Werkgroepen werken vervolgens de adviezen van het rapport uit. Een opmerkelijke ontwikkeling voor de beide militaire schermbonden doet zich voor in 1972. Zowel bij de KOS als de KOOS is een aantal leden voorstander van het bundelen van de krachten in een Militaire Schermverenigingen (MSV). De later daaruit voortvloeiende ontwikkelingen zijn verstrekkend.
Alle schermverenigingen hebben te kampen met een teruglopend ledental en minder belangstelling en inzet van leden. Besturen en soms enkelingen trachten door eigen initiatieven de schermsport dichter bij het publiek te brengen en vaak op plaatsen, waar nog groei mogelijk is. Zo werd door de KOOS-leden G.S. Kraak en W.J.P.Janssen een toernooi georganiseerd in de bekende Meerpaal in Dronten. Het is voor het eerst dat de Flevopolder kennis maakt met de schermsport en de burgemeester begroet dit initiatief van harte. Ook worden er sabel équipe wedstrijden gehouden in het Depot voor Discipline te Nieuwersluis, om de Nieuwjaarsbeker. Een ruim publiek gedetineerden volgt uiteraard deze wedstrijden. Vreemde plaatsen, onbekend publiek, pogingen om aan de weg te timmeren. Veel inspanning vragend, maar zeer loffelijk.
De KOOS krijgt op 9 maart 1977 een nieuwe voorzitter. Marineman Otto Bosman neemt de hamer over van de karakteristieke Aoo KL D. J. Edenburg, die daarmee de functie die hij vele jaren heeft bekleed, neerlegt. De nieuwe voorzitter neemt ook de zorgen over die er zijn door de afnemende deelname aan wedstrijden en toernooien. Hij doet een krachtig beroep op de leden deze trend om te buigen. Het risico dat jaarlijks terugkerende wedstrijden door een gebrek aan deelnemers zullen moeten worden geschrapt is groot en eenmaal geschrapt betekent meestal voorgoed. De deelname aan de militaire kampioenschappen loopt ook terug en dit is een extra waarschuwing waard. Voor de defensieleiding is dit de graadmeter voor de belangstelling voor de schermsport in de krijgsmacht en zal dus kunnen gaan leiden tot het hanteren van een andere maatstaf voor faciliteiten en ondersteuning.
Dat de waarschuwing wellicht zelfs te laat is, wordt geïllustreerd door de maatregel dat het schermkampioenschap KL op 2 november 1977 in verband met de geringe deelname voor de laatste maal zal worden gehouden.
De Wapenfeesten van de KOOS blijven echter bij alle leden zeer populair en daardoor ook goed bezet. In 1978 is er voor het eerst buitenlandse deelname aan een gewoon Wapenfeest. De Rijkswacht België, Polizei Nord Rhein Westfalen, Gendarmerie Luxemburg en Combined Services England zijn vertegenwoordigd met équipes van 4 man evenals de NPSB en de KOOS. Deze internationale deelname is een aanwinst en vormt nog steeds een onderdeel van de Wapenfeesten.
Als de nood hoog is, zoeken lotgenoten elkaar meestal op. KOS en KOOS vormen gezamenlijk een commissie die gaat onderzoeken op welke wijze het deelnemen aan wedstrijden kan worden bevorderd. Beide bonden hebben gemeenschappelijke belangen en kunnen hier hopelijk gemeenschappelijk iets aan doen. De behoefte aan samenwerking ter bevordering en zelfs instandhouding van het militaire schermen blijkt duidelijk en zal in de niet-verre toekomst tot nog inniger samenwerking gaan leiden.
Inmiddels gaat de harde kern van KOS- en KOOS-schermers door met het schermen van wedstrijden in het buitenland. Een internationaal kampioenschap sabel en degen wordt gehouden door de Militaire Sportschool van de Deense strijdkrachten (Forsvarets Gymnastikskole) in Kopenhagen. Dit is de eerste ervaring van de KOS in CIMS-verband en het zou niet de laatste zijn. Het KOOS- équipe, bestaande uit Ruud Makarawung, Hans Melissant en Piet Leering sabel en Theo Dijk, André Kuit en Louis Oost degen, vrijwel allen behorend tot de nationale militaire ploeg, behaalt op sabel de eerste plaats terwijl Makarawung 1e individueel werd. Op degen blijken de Zweden verreweg het sterkst.
December 1979 komt de KOOS met een verrassing door het organiseren van een Zilveren degen en floret toernooi. Het Zilveren sabel toernooi is een succes en men verwacht dit ook van een Zilveren degen toernooi, vooral omdat het sabelschermen terrein verliest aan het degenschermen, dit is zeker een verwachting en deze verwachting zal uitkomen. Door de massale deelname aan de militaire vijfkamp, vooral door de cadetten en adelborsten blijven veel van deze jongeren bij de degen. Ook het floret wordt minder gekozen, jammer omdat het toch een zeer goed oefenwapen is. Wellicht kan het Zilveren floret toernooi, dat evenals de andere op de KNAS-agenda staat, hierin verandering brengen.