Opkomst bonden

Op 19 februari 1897 vindt een eerste Algemene Ledenvergadering van de Officiers Schermbond (OSB) plaats en kiest de vergadering een deel van de initiatiefnemers als het nieuwe bestuur. Het ledental is op dat moment 180.

Het oprichtingsbestuur houdt al direct de doelstelling van de nieuwe bond goed in het oog en organiseert in het jaar daarop een eerste Wapenfeest. De Bond telt op dat moment 968 gewone leden! Dit eerste Wapenfeest vindt plaats in gebouw Diligentia te Den Haag eind februari 1898 en het programma vermeldt vele evenementen, ook voor niet-officieren. Het bestuur voelt een verantwoordelijkheid om ruimte te maken voor de grote behoefte bij onderofficieren en minderen om te schermen, zodat alle categorieën kunnen deelnemen, maar dan wel in gescheiden wedstrijden. Colonne geweer demonstraties door manschappen, concerten door stafmuziek, enzovoorts voor al deze zaken is er ruimte in het programma gelaten. Het is duidelijk dat de belangstelling van onderofficieren en manschappen voor deze evenementen groeit en daarmee een basis legt voor de behoefte van onderofficieren om een eigen organisatie op te bouwen.

De OSB verstevigt intussen haar basis door ledenuitbreiding en ook door verwerving van het predikaat ‘Koninklijke’. De beschikking waarbij dit predikaat is toegekend, is helaas door brand verloren gegaan. Het 6e Wapenfeest op 26 en 27 maart 1903 gehouden in Den Haag, is in meerdere opzichten een mijlpaal. De KOS heeft een beschermheer gekregen in de persoon van Z.K.H. Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg. De band met de Koninklijke familie en de belangstelling die van haar kant zal blijken voor de evenementen van de KOS gedurende vele jaren is hiermee bevestigd.

De eerder genoemde sergeant-majoor J.Th.E.N.D. Schouwenburg tezamen met de onderofficieren P.A. Chatelain en A.C. Schuitemaker richten op 13 januari 1901, met volledige instemming van de steun van de Minister van Oorlog en Marine, de Onder Officieren Scherm Bond (OOSB) op. Het ledental bij de oprichting is 223 onderofficieren, verdeeld over 14 afdelingen. Het bekwame en actieve bestuur brengt in korte tijd deze bond tot grote bloei. Het ledental van 508 in 1911 getuigt daarvan. Interessant is te vermelden dat de contributie is vastgesteld op 1 cent per 6 dagen, dus fl 0,60 per jaar.

De organisatie van beide bonden is gelijk. Een hoofdbestuur met daaronder, in de garnizoensplaatsen en Marine-commandementen de zogenoemde Afdeelingen met een correspondent of afdelingsbestuurder. Beide bonden houden jaarlijks een groot Wapenfeest, dat veel aandacht trekt, ook van de landelijke pers. De samenwerking is zeer goed. Alle bestuursleden van de KOS worden ‘kunstlievend’ lid van de OOSB. Het officieel orgaan van beide bonden, ‘De Schermsport, wordt door de KOS zonder kosten voor de OOSB onder de OOSB-leden verspreid.

Ook buiten de grenzen schermen de Nederlandse militaire schermers. Er nemen niet alleen Nederlandse schermers aan het onderdeel schermen van de Olympische Spelen en de Europese Kampioenschappen deel, maar soms wordt er ook gewonnen. Zo wint Lt. J. Doorman in 1907 de Europe- se titel op sabel. Dit laatste wapenfeit brengt voor Nederland de verplichting mee in 1908 dit Kampioenschap te organiseren. Deze ontwikkeling brengt de sneeuwbal aan het rollen voor de Nederlandse burgerschermwereld. Contacten tussen militairen en burgers leiden tot een intensieve samenwerking bij de organisatie van dit Europese Schermkampioenschap en tot de gelijktijdige oprichting van de burgerschermbond, de Nederlandse Algemene Scherm Bond (NASB) op 1 februari 1908.